ELKE DONDERDAG GRATIS INLOOPSPREEKUUR VAN 17.00-18.00 UUR 

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief augustus 2016 o.a. Huwelijkse voorwaarden en faillissement

 

Huwelijkse voorwaarden en faillissement

Iemand die failliet is kan huwelijkse voorwaarden aangaan. Maar deze zijn niet geldig indien er als gevolg daarvan door de failliet over vermogen wordt beschikt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer van een gemeenschap van goederen wordt over gegaan naar huwelijkse voorwaarden waarbij inkomen privé wordt.

 

De rechter oordeelde onlangs over een situatie waarin  meneer en mevrouw waren gehuwd in gemeenschap van goederen. Kort nadat meneer failliet is verklaard, hebben zij huwelijkse voorwaarden opgesteld, waarin ze hebben bepaald dat het inkomen van mevrouw buiten de failliete boedel zou vallen. Daarna heeft mevrouw een woning gekocht. De koopsom heeft zij betaald met een hypotheeklening van de bank.  

De curator gaat naar de rechter. Hij is van mening dat die huwelijkse voorwaarden niet geldig zijn. Hij stelt dat de woning tot de failliete boedel behoort en dat de hypotheek niet geldig is omdat de failliete boedel geen baat heeft bij een hypotheeklening.

 

De rechter is het met de curator eens dat meneer en mevrouw in strijd met artikel 23 Faillissementswet hebben gehandeld door huwelijkse voorwaarden met deze inhoud op te stellen. In dit artikel is bepaald dat, door het faillissement, de persoon die failliet is verklaard, niet meer mag beschikken over het vermogen dat tot het faillissement behoort. Als hij dat wel heeft gedaan is er sprake van relatieve nietigheid. Dit leidt ertoe dat de curator zich niets hoeft aan te trekken van de huwelijkse voorwaarden. Hij kan doen alsof er nog steeds een gemeenschap van goederen is tussen meneer en mevrouw.

Als gevolg hiervan valt zowel de woning van mevrouw als de hypotheeklening in de failliete boedel. De curator stelt dat de boedel niet is gebaat bij de geldlening en het hypotheekrecht. De rechter bepaalt dat er wel een schuld in de boedel zit, maar dat het hypotheekrecht jegens de curator niet geldig is. Hij hoeft zich dus niets aan te trekken van het hypotheekrecht.


Voor meer informatie Anne-Marie Snel.


Pensioen en de letterknecht

"Schrijf op wat je bedoelt" is erg belangrijk als je juridische teksten schrijft. In veel gevallen wordt een jurist uiteindelijk na een juridische procedure door uitleg gered, maar niet altijd. Zo is dat bijvoorbeeld het geval bij de verrekening of verevening van pensioen.

 

De wet heeft als uitgangspunt dat in geval van scheiding het tijdens het huwelijk door ieder van de echtgenoten opgebouwde ouderdomspensioen gedeeld moet worden. Dit wordt pensioenverevening genoemd. Hiervan kan worden afgeweken in huwelijkse voorwaarden of in een echtscheidingsconvenant. Indien wordt afgeweken is het van groot belang dat dit op de juiste wijze op schrift wordt gesteld.

 

Het Hof Amsterdam heeft zich een aantal maanden geleden uitgelaten over de vraag of er al dan niet sprake is van de verplichting tot pensioenverevening. In 2013 heeft een echtpaar in hun huwelijkse voorwaarden bepaald dat 'geen verrekening van al dan niet ingegane (ouderdoms)pensioenrechten zal plaatsvinden'. Zowel de rechtbank als het hof komen tot dezelfde conclusie: hier is geen sprake van een afwijken van de verplichting tot pensioenverevening. Uitsluiting van de verplichting tot pensioenverevening dient namelijk te geschieden in bewoordingen waaruit blijkt dat bedoeld is de toepasselijkheid van deze wettelijke regeling uit te sluiten.

 

Wil je je pensioen na echtscheiding niet verevenen, zorg dan voor een juiste formulering in je huwelijkse voorwaarden of echtscheidingsconvenant.

 

Voor meer informatie, Lizzy Velthoven.

 


Vastgoed, uitvoerbaar bij voorraad?

Een koper wordt niet beschermd, als er wordt geleverd op basis van een vonnis dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Rechters bepalen in hun vonnis met regelmaat dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is. Dat betekent dat er niet gewacht hoeft te worden met de uitvoering totdat er geen beroep meer mogelijk is of een hogere rechter erover heeft beslist. Maar wat is de situatie als het vonnis in hoger beroep wordt vernietigd?

 

De wet bepaalt dat indien er zonder een geldige titel (de reden dat er geleverd wordt) wordt geleverd, die levering nietig is. Indien een vonnis in hoger beroep wordt vernietigd, heeft dit tot gevolg dat het vonnis geacht wordt er nooit te zijn geweest. Dat heeft volgens de rechter tot gevolg dat een levering die op grond van dat vonnis is gerealiseerd, niet heeft plaatsgevonden. Volgens de rechter wordt de verkrijger dan niet beschermd.

Wanneer de levering plaatsvindt op grond van zo'n vonnis, raak je het pand kwijt op het moment dat het vonnis in hoger beroep wordt vernietigd. Als je voor het pand betaald hebt, zal je separaat je geld moeten terugvragen. Als je dat niet krijgt, ben je zowel het pand als het geld kwijt.

 

Hoe zit het dan indien je, voordat het vonnis wordt vernietigd, hypotheek hebt gevestigd? In dat geval, zal de bank ook meestal niet worden beschermd. De bank wist of had moeten weten dat jij op basis van een vonnis hebt verkregen. Om die reden kun je een pand dat op grond van zo'n vonnis wordt geleverd meestal niet gefinancierd krijgen.

 

Het komt er op neer dat je niet een pand moet kopen als de titel zo'n uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis is. Je kunt uit dit alles ook afleiden dat het handig is om naast het leveringsrecht om iets te vragen waar het probleem van vernietiging niet speelt.

 

Voor meer informatie, Peter Kooijman.


Verwatering en belangen van derden

Wanneer je 50% aandelen in het kapitaal van een vennootschap hebt, neemt je belang in de vennootschap af als er aan anderen aandelen worden uitgegeven. Om de belangen van een aandeelhouder te beschermen geldt er in veel situaties een voorkeursrecht. Wanneer je echter een pandrecht hebt op zo'n pakket aandelen, kan je pandrecht bij een verwatering ook wel eens minder waarde krijgen.

 

Volgens een rechter was de uitgifte van aandelen aan anderen, waardoor een pandhouder die een pandrecht had op 50% van de aandelen en na verwatering nog maar een pandrecht had op 4%, onrechtmatig. De rechter legde hieraan wel ten grondslag dat er al een lange relatie was en dat zowel de vennootschap als haar bestuurder bekend waren met het pandrecht. Zonder deze bijzondere situatie had de pandhouder wellicht een groter probleem gehad. Een pandakte met goede bepalingen, had dit kunnen voorkomen.

 

Ook tussen aandeelhouders is er nog wel eens een probleem in geval van verwatering. Heel formeel verarm je niet, wanneer de uitgifte koers van de aandelen gelijk is aan de waarde. Je krijgt alleen wel minder zeggenschap en het komt nog al eens voor dat men vindt dat de uitgiftekoers van de nieuwe aandelen te laag is. Als dat laatste aantoonbaar het geval is, zal de uitgifte veelal onrechtmatig zijn.

Indien je niet wilt dat jouw belang verwatert,  moet je daarvoor de goede bepalingen in de statuten of een aandeelhoudersovereenkomst laten opnemen.

 

Wij helpen graag bij het opmaken van de juiste pandakte, statuten en/of aandeelhoudersovereenkomst. Voor meer informatie Peter Kooijman.

 


 

« Terug naar het overzicht