Estate planning
Estate planning, ofwel nalatenschapsplanning, wordt wel omschreven als een geheel van maatregelen om te bereiken dat het vermogen op zo goed mogelijke wijze overgaat op de erfgenamen. Vaak zal daarbij de fiscale optimalisatie, het besparen van erfbelasting (vroeger genaamd: "successierecht") voorop staan, maar meestal is dit geen doel op zich.
Belangrijk is dat het vermogen terecht komt waar men dat wil en op de wijze die het beste bij u past.
Onderstaand treft u een aantal mogelijkheden aan om dat te bereiken.
I. Schenking
A. Algemeen.
Men kan schenken aan kinderen omdat men het leuk vindt daadwerkelijk iets aan de kinderen te geven. Het is ook mogelijk om te schenken met de bedoeling om na het overlijden minder erfbelasting door de kinderen verschuldigd te laten zijn.
B. Schenking met teruglening.
Menigeen wil best aan de kinderen schenken, maar vindt het toch ook een onplezierige gedachte "zich bij leven uit te kleden". Men weet immers niet wat er nog kan gaan gebeuren. Een methode om te schenken maar dit bedrag nog niet te hoeven uitbetalen, is het schenken "op papier" met teruglening. Volgens de wet dient een dergelijke schenking bij notariële akte te geschieden. Men moet daarvoor naar de notaris. Deze maakt een akte op waarin de ouders met hun kinderen overeenkomen dat de ouders aan ieder van de kinderen een bedrag schenken, welk bedrag de ouders meteen weer teruglenen.
In deze akte kan worden bepaald dat de lening pas opgeëist kan worden na het overlijden van de langstlevende ouder dan wel zodra deze bijvoorbeeld naar een verzorgingshuis of verpleeghuis zou gaan.
Over het aan de kinderen schuldig erkende bedrag moet echter wel een rente worden vergoed.
Deze rente dient jaarlijks daadwerkelijk betaald te worden aan de kinderen.
Sinds de wijziging van de Successiewet per 1 januari 2010 dient deze rente tenminste 6%
te zijn.
Er hoeft geen inkomstenbelasting betaald te worden over het bedrag aan rente dat men werkelijk ontvangt. Wel wordt de vordering die een kind op de ouder(s) krijgt voor de inkomstenbelasting in box 3 betrokken (vermogensrendementsheffing). Deze vordering valt in box 3 in de categorie “overige bezittingen”, waarvoor een forfaitair rendementspercentage geldt van 5,88% (2025). Indien het vermogen in box 3 onder het (totale) heffingsvrije vermogen (in 2025: € 57.684,00 per persoon) blijft, is er geen vermogensrendementsheffing verschuldigd. De ouder(s) kan/kunnen de schuld aan het kind in box 3 als schuld in aanmerking nemen. Hoeveel er uiteindelijk door het kind en/of de ouders aan inkomstenbelasting betaald moet worden, is per situatie verschillend.
C. Tarieven en vrijstellingen voor het recht van schenking.
Het tarief voor de schenkbelasting (vroeger genaamd: "schenkingsrecht") is gelijk aan het tarief voor de erfbelasting.
De tarieven voor 2025 zijn de volgende:
partners en kinderen | kleinkinderen | overig | |
€ 0,00 - € 154.197,00 | 10% | 18% | 30% |
€ 154.197,00 en meer | 20% | 36% | 40% |
Vrijstellingen erfbelasting:
partner: | € 804.698,00 |
(klein)kind: | € 25.490,00 |
invalide kind: | € 76.453,00 |
ouder: | € 60.359,00 |
overig: | € 2.690,00 |
Vrijstellingen schenkbelasting (per kalenderjaar):
kind: | € 6.713,00 |
eenmalige vrijstelling voor kind 18-40 jaar, bestedingsvrij: | € 32.195,00 |
verhoogde vrijstelling kind 18-40 jaar voor studie: | € 67.064,00 |
overig: | € 2.690,00 |
De verhoogde vrijstelling voor een kind of ontvanger tussen de 18-40 jaar voor een eigen woning is sinds 1 januari 2024 geheel afgeschaft.
Vaak denkt men dat aan een (klein)kind niet meer geschonken mag worden dan het voor de schenkbelasting vrijgestelde bedrag. Niets is minder waar. U mag net zoveel schenken als u wilt.
Het gevolg is echter wel dat als u meer dan de vrijstelling schenkt, er schenkbelasting verschuldigd is. Het kan voordelig zijn om bij leven van de schenker tegen een laag tarief te schenken teneinde te zijner tijd tegen een hoog tarief erfbelasting te besparen.
Voorbeeld:
Vader, weduwnaar, heeft een vermogen van € 700.000,00. Hij heeft twee kinderen.
Indien vader niets zou doen, zouden de kinderen ieder € 350.000,00 erven en daarover zou in totaal
€ 98.962,00 (tarief 2025) aan erfbelasting verschuldigd zijn.
Indien vader aan ieder kind twee maal (in twee verschillende kalenderjaren) € 100.000,00 "op papier" zou schenken, zou over deze schenkingen in totaal € 37.312,00 aan schenkbelasting (tarief 2025) verschuldigd zijn.
Vader laat dan nog € 300.000,00 na. De kinderen zijn daarover in totaal € 24.902,00 aan erfbelasting verschuldigd. Deze schenkingen leveren dus in totaal een besparing van € 36.748,00 aan erfbelasting op.
II. Testament
A. Aanvulling op wettelijke verdeling
Sinds 1 januari 2003 is er een andere wetgeving met betrekking tot erfrecht van kracht. Onderdeel van deze wetgeving is de wettelijke verdeling. Ingevolge deze wettelijke verdeling wordt de langstlevende echtgenoot automatisch de enig gerechtigde tot de nalatenschap van de overleden echtgenoot. De langstlevende echtgenoot kan zelfstandig over de nalatenschap beschikken, zonder medewerking van de kinderen. De kinderen krijgen een vordering op de langstlevende ouder ter grootte van hun erfdeel. Zij kunnen het bedrag van de vordering pas opeisen wanneer de langstlevende ouder overlijdt of ingeval deze in staat van faillissement zou worden verklaard of de wettelijke schuldsaneringsregeling op deze ouder van toepassing zou zijn.
Het bedrag van de vordering van de kinderen wordt jaarlijks “op papier” vermeerderd met een percentage dat overeenkomt met die van de wettelijke rente, voorzover dit percentage hoger is dan zes. Is de wettelijke rente bijvoorbeeld 7%, zoals dat in 2024 het geval was, dan bedraagt de te vergoeden rente 1%.
Op dit moment bedraagt de wettelijke rente weer 6% (2025). Er is derhalve in 2025 geen sprake van een rentevergoeding.
Bij testament kunt u aanvullingen maken op deze wettelijke verdeling. Zo kunnen bijvoorbeeld de momenten waarop een kind zijn vordering kan opeisen worden uitgebreid. Voorts kan het rentepercentage van de vordering worden aangepast.
B. Vruchtgebruik-testament
Van deze testamentvorm kan eventueel gebruik gemaakt worden in de volgende situaties:
- indien er sprake is van een tweede of verder huwelijk, terwijl er één of meer kinderen zijn uit een eerder huwelijk;
- bij aanwezigheid van een vermogen, waarvan bepaalde bestanddelen vermoedelijk sterk in waarde zullen stijgen, of bij ondernemingsvermogen.
In dit testament krijgt de langstlevende ouder niet de beschikking over het vermogen als zodanig doch slechts het vruchtgebruik hiervan. Aan de vruchtgebruiker kunnen bepaalde bevoegdheden worden toegekend; het is mogelijk te bepalen dat de vruchtgebruiker niet alleen het recht heeft op de inkomsten uit het vermogen, maar ook de mogelijkheid heeft om - al dan niet volledig- op het vermogen in te teren. In het laatste geval kan de vruchtgebruiker zich dan bijna als eigenaar gedragen.
C. Ik/ouder-testament
Bij nalatenschappen vanaf circa € 1.500.000,00 kan het zinvol zijn een testament op te maken waarin de zogenaamde "ik ouder-clausule" is opgenomen. Deze clausule houdt in dat een beperkt recht van vruchtgebruik gevestigd wordt op een zodanig deel van de nalatenschap, dat over de verkrijging van de langstlevende ouder, met inachtneming van de vrijstelling voor de erfbelasting, een gelijk percentage aan erfbelasting wordt geheven als over de verkrijgingen van de kinderen.
D. Estate planning testament
Een combinatie van bovenvermelde testamentvormen is mogelijk en kan in bepaalde situaties zelfs zeer wenselijk zijn. In een combinatietestament, ook wel genoemd estate planning testament, wordt aan de langstlevende ouder de bevoegdheid gegeven om na het overlijden van de andere ouder een keuze te maken tussen één van de bovengenoemde testamentvormen. Deze keuze zal mede afhankelijk zijn van de fiscale gevolgen van elk van deze constructies op dat moment.
E. Langstlevende enig erfgenaam
Ingeval het vermogen voor een groot deel "vast zit" in een huis en de nalatenschap kleiner is dan
€ 700.000,00, kan het wenselijk zijn de langstlevende tot enig erfgenaam te benoemen. Immers, bij bijvoorbeeld de wettelijke verdeling (zie A.) is bij het overlijden van de eerste van beide ouders reeds erfbelasting verschuldigd over de vorderingen die de kinderen op de langstlevende krijgen. Deze erfbelasting dient door de langstlevende betaald te worden. Dat kan bezwaarlijk zijn als het vermogen voor een groot deel vast zit in het huis.
Door de langstlevende tot enig erfgenaam te benoemen (en de kinderen in feite te onterven) is dan -in verband met de vrijstelling- geen erfbelasting verschuldigd bij het eerste overlijden. Door het opnemen van een tweetrapsmaking wordt onder meer bereikt dat het vermogen van de eerststervende toch bij de kinderen terecht komt.
III. Wijziging huwelijkse voorwaarden
Indien een echtpaar getrouwd is onder volledige uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen, zonder enig verrekeningsbeding en het vermogen van de beide echtgenoten zeer verschillend is, kan het zinvol zijn om dit te wijzigen in een algehele gemeenschap van goederen waarbij het totale vermogen gemeenschappelijk is, hetzij de huwelijkse voorwaarden te wijzigen zodanig dat bijvoorbeeld afrekening plaatsvindt op basis van fifty/fifty indien het huwelijk zou worden beëindigd door het overlijden.
Voorbeeld:
Man en vrouw zijn getrouwd met uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen, zonder enig verrekeningsbeding. Er zijn geen kinderen.
Het vermogen van de man bedraagt € 1.000.000,00; het vermogen van de vrouw is vrijwel te verwaarlozen. De man overlijdt. De vrouw erft het gehele vermogen van de man. Indien de voor de echtgenoot geldende maximale vrijstelling van € 804.698,00 (tarief 2025) van toepassing is, is zij over haar verkrijging aan erfbelasting € 23.640,00 verschuldigd.
Met een verrekeningsbeding of een algehele gemeenschap van goederen is de vrouw gerechtigd in de helft van de waarde van de vermogens van de beide echtgenoten. De andere helft (€ 500.000,00) vormt dan de nalatenschap waartoe zij als enig erfgenaam gerechtigd is.
Op grond van de vrijstelling van € 804.698,00 betaalt zij hierover geen erfbelasting.
De besparing bedraagt dus € 23.640,00.
Ook indien er sprake is van een echtpaar met kinderen, kan wijziging van huwelijkse voorwaarden (finaal verrekenbeding of het creëren van een algehele gemeenschap van goederen) aantrekkelijk zijn.
Deze wijziging is overigens minder aan te raden ingeval de meest vermogende echtgenoot volgens de statistiek een grotere levenskans heeft dan de minder vermogende echtgenoot.
IV. Volmacht ter voorkoming van bewind of curatele.
Het kan nuttig zijn om bij notariële akte een volmacht te geven aan iemand in wie men het volste vertrouwen heeft en wel voor de situatie dat men zelf niet meer vanwege zijn lichamelijke of geestelijke toestand in staat is zijn financiële belangen te behartigen.
In de volmacht kan worden bepaald dat hiervan pas gebruik gemaakt kan worden vanaf het moment dat een arts een schriftelijke verklaring aflegt dat de volmachtgever niet meer in staat is zijn belangen op een juiste wijze te behartigen en zijn wil te verklaren.
Aan de gevolmachtigde kan de bevoegdheid worden gegeven dat geschonken mag worden ten laste van het vermogen van de volmachtgever aan kinderen of verdere afstammelingen.
Zoals hiervoor reeds is aangegeven kan met het doen van schenkingen een besparing van erfbelasting bereikt worden.
Indien iemand zijn belangen niet meer kan behartigen en er geen volmacht is afgegeven, dient in veel gevallen een onder bewindstelling of ondercuratelestelling te worden aangevraagd.
De bewindvoerder of curator zal in het algemeen niet snel toestemming krijgen van de kantonrechter om schenkingen te doen. Indien er echter een volmacht is verstrekt kunnen schenkingen doorgang hebben.
Een volmacht, zoals hierboven omschreven, kan worden vastgelegd in een "levenstestament".
In een levenstestament bepaalt u wat er moet gebeuren als u nog leeft, maar niet (meer) in staat bent uw eigen belangen te behartigen door bijvoorbeeld lichamelijke of geestelijke oorzaken of langdurige afwezigheid.
V. Voorbereiding overdracht onderneming.
Voor een ondernemer is het van groot belang om ruim voordat hij vermoedelijk wil stoppen met zijn onderneming, zijn gedachten te laten gaan over opvolging. Komt er een opvolger vanuit de familiesfeer? Of iemand uit het bedrijf zelf? Of moet een mogelijke opvolger van buiten gehaald worden?
In het kader van de beëindiging kan gedacht worden aan:
- het oprichten van één of meer vennootschappen;
- het certificeren van aandelen;
- het treffen van specifieke testamentaire regelingen;
- het overdragen van aandelen;
- het doen van schenkingen en verstrekken van leningen;
enzovoorts.
In ieder geval is het van groot belang tijdig plannen te maken.
Overleg met de notaris of de belastingadviseur.
Periodiek overleg met een belastingadviseur of notaris is zinvol. En in het algemeen geldt dit voor iedereen die de beschikking heeft over enig vermogen. Over elk van de hierboven besproken onderwerpen is bij ons kantoor nadere informatie te verkrijgen, zowel schriftelijk als mondeling.
Neem contact op met een van onze experts
Kopieer de link naar uw clipboard
https://www.kooijmanautar.nl/e-brochure/estate-planning/
Bel mij terug
Bel mij terug
Het laatste nieuws direct in uw inbox
Schrijf u in op onze nieuwbrief en ontvang maandelijks actueel nieuws van Kooijman Autar Notarissen