8 valkuilen in het nieuwe huwelijksvermogenrecht

Icon download

Per 1 januari 2018 is de wet gewijzigd. De wijzigingen hebben betrekking op gemeenschappen die na 1 januari 2018 zijn ontstaan. Ben je na 1 januari 2018 getrouwd of ben je na 1 januari 2018 een geregistreerd partnerschap aangegaan zonder het maken van huwelijksvoorwaarden, dan is er de beperkte gemeenschap van goederen. 
Vóór 1 januari 2018 was dat de algehele gemeenschap van goederen, nà 1 januari 2018 is dat de beperkte gemeenschap van goederen. Het woord zegt het al: niet alles wordt gemeenschappelijk, er is slechts een beperkte gemeenschap van goederen. De beperkte gemeenschap ontstaat ook als je na 1 januari 2018 je huwelijksvoorwaarden opheft.
Kort samengevat: alle goederen en schulden die je tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap verkrijgt, worden gemeenschappelijk. 
Buiten de beperkte gemeenschap vallen:

  • de privégoederen en schulden die je had bij het aangaan van het huwelijk /geregistreerd partnerschap;
  • de goederen die je hebt verkregen of tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap verkrijgt uit erfenis (of legaat) of schenking.

Het lijkt eenvoudig, maar er zijn helaas een paar onverwachte valkuilen. Waar hierna gesproken wordt van een huwelijk, wordt daaronder ook een geregistreerd partnerschap begrepen.

1. Als je samen met je partner een huis hebt en de eigendomsverhouding is niet gelijk (bijvoorbeeld 60%-40%), dan wordt de eigendomsverhouding nadat je trouwt in een beperkte gemeenschap van goederen opeens wel gelijk.

Stel, je woont samen en je hebt een huis gekocht. Omdat de ene partner meer geld heeft geïnvesteerd bij de aankoop dan de andere partner, hebben jullie voor een ongelijke eigendomsverhouding gekozen, bijvoorbeeld 60%-40% of 70%-30%.
Als je gaat trouwen zonder dat je huwelijksvoorwaarden maakt, zou je zeggen dat dat zo blijft.
Immers, alle goederen die je bij het aangaan van het huwelijk had, blijven privé en vallen niet in de gemeenschap. Helaas pakt dit anders uit. In de wet staat dat alle goederen die gemeenschappelijk zijn, in de gemeenschap vallen. De dag na het huwelijk is de eigendomsverhouding dus opeens 50%-50% geworden. 
Dat geldt zelfs voor een eigendomsverhouding van 99%-1%. Wil je de oorspronkelijke eigendomsverhouding bewaren, dan is het noodzakelijk om huwelijksvoorwaarden te maken.

2. Alle goederen en schulden die je tijdens het huwelijk verkrijgt worden gemeenschappelijk.

Stel, Joris en Marieke zijn in januari 2018 getrouwd. Joris koopt in februari 2018 een auto. 
Daarvoor gaat hij een persoonlijke lening aan. De auto wordt gemeenschappelijk (deze wordt immers verkregen tijdens het huwelijk) en de persoonlijke lening (een schuld die wordt aangegaan voor een gemeenschappelijk goed) wordt dat ook. 
Is het de bedoeling dat je goederen die je tijdens het huwelijk koopt, of schulden die je tijdens het huwelijk aangaat privé wilt houden, dan is het noodzakelijk om huwelijksvoorwaarden te maken.

3. Schulden die een gemeenschappelijk goed betreffen worden ook gemeenschappelijk. Eigen geld dat je in een gemeenschappelijk goed hebt geïnvesteerd, kan "verwateren".

Stel, Janneke en Joost wonen samen en hebben in 2016 een huis gekocht. Ieder is voor 50% eigenaar. Ze zijn samen een hypotheek aangegaan en Janneke heeft € 50.000,00 in het huis geïnvesteerd. Janneke heeft een vordering op Joost van € 25.000,00, want ook hij had eigenlijk € 25.000,00 moeten investeren in het huis. Joost en Janneke zijn getrouwd na 1 januari 2018. Het huis wordt gemeenschappelijk, de hypotheek wordt gemeenschappelijk, maar ook de schuld die Joost aan Janneke heeft wordt gemeenschappelijk. Het is immers een schuld die een gemeenschappelijk goed betreft.
Maar de vordering die Janneke op Joost heeft van € 25.000,00, is een vordering die zij al vóór het huwelijk had. Deze vordering wordt echter niet gemeenschappelijk, maar blijft privé.
Er ontstaat nu opeens een ongelijkheid. Joost en Janneke hebben een gemeenschappelijk huis (50%-50%), Joost en Janneke hebben een gemeenschappelijke hypotheekschuld (50%-50%) en Joost en Janneke hebben een gemeenschappelijke schuld aan Janneke van € 25.000,00 (50%-50%).
In feite heeft Joost een schuld van € 12.500,00 aan Janneke en heeft Janneke een schuld aan zichzelf van € 12.500,00. Janneke heeft nog wel een vordering op Joost van € 25.000,00, maar in feite is Janneke er dus € 12.500,00 bij ingeschoten. Ze ziet haar eigen investering "verwateren". Wil je dit voorkomen, dan is het noodzakelijk om huwelijksvoorwaarden te maken.

4. Bewijsprobleem bij einde huwelijk.

Stel, Leo en Lieke zijn zonder huwelijksvoorwaarden te maken getrouwd na 1 januari 2018. Ze vinden het nieuwe wettelijke stelsel een prima oplossing, dus regelen ze niets. Helaas strandt het huwelijk. Lieke houdt vol dat zij bij het aangaan van het huwelijk € 80.000,00 op haar bankrekening had staan. Op deze bankrekening staat bij het einde van het huwelijk € 100.000,00. Leo zegt dat het veel minder was dan € 80.000,00. Bewijs is er helaas niet meer, want ze hebben alle administratie die ouder is dan vijf jaar weggegooid en bij het aangaan van het huwelijk geen overzicht gemaakt van de goederen en schulden die ieder had bij het aangaan van het huwelijk.
Ook de bank zegt geen gegevens meer te kunnen aanleveren. Lieke heeft bij de echtscheiding een serieus bewijsprobleem.
Maak dus bij het aangaan van het huwelijk een overzicht van de goederen en schulden die ieder heeft, ook al maak je geen huwelijksvoorwaarden.

5. Goederen en schulden voor de onderneming worden gemeenschappelijk.

Stel, Kees heeft een eigen onderneming, niet in de vorm van een B.V., maar een eenmanszaak
Kees is na 1 januari 2018 getrouwd met Ria. Omdat ze hebben gelezen dat de goederen en schulden die je vóór het aangaan van het huwelijk hebt niet gemeenschappelijk worden maar privé blijven, maken ze geen huwelijksvoorwaarden, want het is de bedoeling dat de eenmanszaak van Kees van hem privé blijft. Na het huwelijk schaft Kees een dure computer aan voor zijn eigen zaak. Hij gaat daarvoor een persoonlijke lening aan.
Wat Ria en Kees over het hoofd zagen is dat zowel de computer als de persoonlijke lening niet privé van Kees worden, immers het goed (de computer) is verkregen na het huwelijk en wordt gemeenschappelijk en ook de schuld (de persoonlijke lening) is aangegaan na het huwelijk en wordt gemeenschappelijk.
Willen ze dit voorkomen, dan dienen er huwelijksvoorwaarden te worden gemaakt.

6. De ondernemer of eigenaar van aandelen in de vennootschap moet een redelijke vergoeding betalen aan de gemeenschap.

Stel, je hebt een eigen onderneming of aandelen in een B.V. die je vóór het huwelijk hebt verkregen.
Je bent na 1 januari 2018 getrouwd zonder het maken van huwelijksvoorwaarden. Deze onderneming of de aandelen valt/vallen niet in de gemeenschap. Wel staat er in de wet dat je aan de gemeenschap een "redelijke vergoeding" moet betalen voor de kennis, vaardigheden en arbeid die de betreffende echtgenoot ten behoeve van de onderneming heeft aangewend. Hoe hoog die redelijke vergoeding is en op welke wijze die wordt berekend is nog niet geheel duidelijk. 
Advies aan alle ondernemers of eigenaren van aandelen in een B.V. van wie de onderneming of aandelen niet in de gemeenschap valt/vallen: maak huwelijksvoorwaarden!

7. Wil je de "oude" algehele gemeenschap van goederen, dan is het nodig huwelijksvoorwaarden te maken.

Stel, Annette heeft een effectenportefeuille die € 200.000,00 waard is. Pieter heeft een appartement, zonder hypotheek, dat € 200.000,00 waard is. Annette en Pieter zijn na 1 januari 2018 getrouwd zonder huwelijksvoorwaarden te maken. Ze willen immers alles samen delen en hun "beginstand" is gelijk.
Als het huwelijk na zeven jaar eindigt, blijkt de beleggingsportefeuille nog maar € 80.000,00 waard te zijn; het appartement is echter inmiddels € 400.000,00 waard.
Het samen delen gaat nu niet op. Immers, zowel de beleggingsportefeuille als het appartement zijn niet gemeenschappelijk geworden, maar privé gebleven. Annette houdt € 80.000,00 en Pieter
€ 400.000,00. Annette en Pieter hadden om samen alles te kunnen delen bij het aangaan van het huwelijk huwelijksvoorwaarden moeten maken waarin werd vastgelegd dat tussen hen de "oude" algehele gemeenschap van goederen zou bestaan. Dan zou ieder € 240.000,00 hebben gekregen bij het einde van het huwelijk.

8. De uitsluitingsclausule blijft nog steeds nodig.

Erfenissen en schenkingen vallen niet in de beperkte gemeenschap die is ontstaan na 1 januari 2018. 
Wil je echter iets schenken of nalaten aan iemand die vóór die datum gehuwd is en wil je dat de schenking of erfenis niet in de gemeenschap valt, dan zal je nog steeds een uitsluitingsclausule moeten maken. De nieuwe regel geldt immers alleen voor de "nieuwe" gemeenschappen, niet voor de "oude".

De voorgaande valkuilen zijn niet uitputtend. De wetswijzigingen kunnen nog meer onverwachte verrassingen opleveren.
Een algemeen advies: ga voordat je gaat trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaat altijd eerst naar de notaris en laat je informeren over de gevolgen die de wetswijziging voor jou persoonlijk heeft.

Het laatste nieuws direct in uw inbox

Schrijf u in op onze nieuwbrief en ontvang maandelijks actueel nieuws van Kooijman Autar Notarissen

Icon loading