Columns
Aandeelhouder in 'the spotlight', de UBO
Nederland blijkt niet altijd het braafste jongetje van de klas. Bijna vijf jaar na de Europese richtlijn die de EU landen daartoe verplicht wordt het UBO-register per 1 januari 2020 een feit. Waar de gewone burger via allerlei privacy regelgeving beschermd wordt, moet de groot aandeelhouder met de billen bloot. In het UBO register wordt straks namelijk vermeld, wie de 'Ultimate Beneficial Owners' (uiteindelijk belanghebbenden met een belang van 25% of meer) bij een onderneming zijn.
Die informatie, gecombineerd met de verplichting voor de meeste rechtspersonen om hun jaarcijfers te publiceren, zorgt ervoor dat een behoorlijke inschatting gemaakt kan worden van iemands vermogen.
Veel ondernemers zijn op zoek naar mogelijkheden om dit te omzeilen. Niet omdat de overheid het niet mag weten, maar omdat niet iedereen die informatie hoeft te hebben. Nederland had ervoor kunnen kiezen om het register niet voor iedereen toegankelijk te maken. De toegankelijkheid voor journalisten diende er volgens Europa wel te zijn. De gedachte was dan maakt het niet zoveel uit als iedereen inzage heeft.
Op dit moment lijken er nog wel een aantal mogelijkheden te zijn om de zichtbaarheid te beperken. Zo kan er gewerkt worden met entiteiten die geen verplichting hebben om hun cijfers openbaar te maken. Dit voorkomt in ieder geval dat een ieder weet wat het vermogen is.
De gemakkelijkste manier om zichtbaarheid in het UBO register te voorkomen, is geen 25% belang of meer te hebben. Het is daarnaast mogelijk om met niet Nederlandse rechtspersonen te werken. Zo is het mogelijk om met een Engelse limited, een Delaware Company of Curaçaose B.V. in Nederland te ondernemen. Zo'n buitenlandse rechtspersoon kan in het Nederlandse handelsregister worden ingeschreven. Op basis van het wetsvoorstel is er voor deze rechtspersonen in Nederland geen verplichting tot openbaarmaking van haar UBO's. Die verplichting kan uiteraard wel bestaan in het land naar welk recht ze is opgericht.
Het is wel mogelijk een verzoek tot afscherming van de persoonsgegevens in het voor een ieder toegankelijke deel van het UBO-register te doen. Dit kan indien je door opname blootgesteld wordt aan een onevenredig risico op fraude,
ontvoering, chantage, afpersing, pesterijen, geweld of intimidatie of indien de
UBO minderjarig is. Het is dan wel zaak om ook bij de gemeente een afscherming van adresgegevens te vragen.
Niet alleen het braafste jongetje van de klas moet de UBO opgeven. Op het niet opgeven staan namelijk forse boetes.