ELKE DONDERDAG GRATIS INLOOPSPREEKUUR VAN 17.00-18.00 UUR 

Nieuwsbrief

Nieuwsbrief september 2016 o.a. Met een levenstestament hou je de regie

 

Met een levenstestament hou je de regie

Indien je niet meer in staat bent om je eigen belangen naar behoren te behartigen, kan de rechter een bewindvoerder of curator benoemen. Als je het daarop laat aankomen is het onzeker wie benoemd wordt. Daarnaast moet deze bewindvoerder of curator voor van alles en nog wat toestemming aan de rechter vragen. Met een levenstestament kun je dit alles voorkomen en in bijzondere gevallen sturen.

 

Onlangs heeft de rechter uitspraak gedaan in een zaak waarin twee van de vijf kinderen - buiten medeweten van de andere kinderen - de rechter verzocht hadden om een bewind in te stellen over het vermogen van hun vader. Vader had echter toen hij nog helder van geest was een levenstestament opgesteld en daarbij zijn twee andere kinderen tot gevolmachtigden benoemd. De familieverhoudingen lagen moeizaam.

De kantonrechter heeft vervolgens vader bezocht en gehoord. De kantonrechter oordeelt dat voldoende aannemelijk is geworden dat vader thans als gevolg van zijn lichamelijke en geestelijke toestand niet meer in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen waar te nemen. Vader heeft toen hij nog goed van geest was een volledige volmacht gegeven aan twee van de vijf kinderen. Gelet op deze volmacht is er in beginsel geen reden om nu bewind uit te spreken.

 

Dit kan onder omstandigheden anders zijn, bijvoorbeeld als een kind misbruik maakt van de aan hem gegeven volmacht, maar daarvan was hier geen sprake. Voor de situatie dat wel een bewindvoerder of curator benoemd moet worden, kan in het levenstestament ten aanzien van die benoeming ook nog een verzoek geuit worden. Dit verzoek wordt in beginsel door de rechter gevolgd.

 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Heidi van Dijk.

 

Op 7 november a.s. vanaf 19.30 uur organiseren wij in samenwerking met ABN AMRO Bank een seminar over het levenstestament. Wilt u zich hiervoor aanmelden stuur dan een e-mail naar seminar@kooijmanautar.nl.


Boffen met liquide middelen

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voor de schenk- en erfbelasting geven een vrijstelling van 83% van het actieve ondernemingsvermogen. De vraag die de gemoederen bezig houdt is: "welk deel van het vermogen is niet actief". Dat is een vraag als het gaat om beleggingen in vastgoed, maar ook als het gaat om echte liquide middelen.

 

In een situatie waarover de rechter onlangs moest oordelen ging het over een BV met een waarde van € 1.700.000, waarvan € 1.400.000 aan liquide middelen. De enige aandeelhouder overleed en de erfgenamen deden een beroep op de faciliteiten voor de erfbelasting. Volgens de belastingdienst kwam vrijwel de gehele € 1.400.000 niet in aanmerking voor de faciliteiten.

 

De erfgenamen hebben bij de rechter aannemelijk gemaakt dat de liquiditeit slechts tijdelijk was omdat er een kans was dat de BV moest verhuizen en een nieuw bedrijfspand moest ontwikkelen. Als gevolg daarvan kwalificeerde de volledige waarde van de BV. Dat scheelde in dit geval ruim € 200.000 aan erfbelasting en het direct afrekenen van € 350.000 aan inkomstenbelasting. Totaal € 550.000.

 

Het vorenstaande geeft ruimte in een aantal gevallen waarin er sprake is van veel liquiditeit of kortlopende beleggingen. Zelfs zodanig dat het interessant kan zijn om maar een belang te nemen in een vennootschap van een ander die af en toe van liquiditeit wordt voorzien. Het kan erfgenamen zo maar een hele hoop belasting schelen.

 

Voor meer informatie over de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten en het met het oog op die faciliteiten structureren van ondernemingsvermogen, neem contact op met Peter Kooijman.


BTW over BTW maakt het duur

Wanneer leveringen van nieuwbouw onroerend goed tussen projectontwikkelaars elkaar opvolgen kunnen deze de BTW aftrekken die ze bij hun verkrijging hebben betaald. Een particulier kan dat niet, maar die hoeft ook geen BTW in rekening te brengen bij de levering. Bij onroerend goed hoeft bij verkrijgingen binnen zes maanden geen overdrachtsbelasting betaald te worden voor zover die al bij een eerdere levering is betaald. Maar hoe zit het nu als nieuwbouw afwisselend tussen enige particulieren en projectontwikkelaars is doorverkocht?

 

Bij verkoop van een nieuwbouw woning door een projectontwikkelaar is BTW verschuldigd (1). Wanneer een particuliere koper het vervolgens doorverkoopt aan een projectontwikkelaar is overdrachtsbelasting verschuldigd (2). Als die projectontwikkelaar het vervolgens binnen twee jaar na de bouw verkoopt aan een particulier is BTW verschuldigd (3). Zonder tegemoetkoming zou bij een woning van € 200.000, welke steeds tegen de kostprijs wordt doorverkocht, aan belasting verschuldigd zijn:

  • transactie 1, 21% van € 200.000 = € 42.000;
  • transactie 2, 2% van € 242.000 = € 4.840;
  • transactie 3, 21% van € 246.840 = € 51.836.

Per saldo € 98.676 belasting.  Ter voorkoming hiervan heeft de staatssecretaris goedgekeurd dat er alleen BTW betaald hoeft te worden over het verschil in koopsom tussen de eerste en latere levering, voorzover deze koopsom hoger is. Hierdoor is € 38.000 minder belasting verschuldigd.

 

In een zaak waarover de Rechtbank Noord Nederland een uitspraak moest doen had een

projectontwikkelaar een bouwterrein geleverd aan een particulier. Naar aanleiding hiervan was een discussie ontstaan over de vraag of de goedkeuring, zoals hiervoor bedoeld, van toepassing was. De projectontwikkelaar had namelijk het betreffende perceel verkregen van een particulier die het op zijn beurt had verkregen van een andere particulier die het perceel als bouwterrein met BTW van een BTW-projectontwikkelaar had verkregen.

 

De Rechtbank is van mening dat de goedkeuring in deze niet geldt omdat na de eerste levering door een projectontwikkelaar eerst een keer aan een particulier is verkocht voordat het werd verkocht aan een projectontwikkelaar. De Rechtbank vindt dat deze twee transacties los staan van de levering door de projectontwikkelaar.

 

Voor meer informatie over BTW en overdrachtsbelasting, Anne-Marie Snel.


Bestuurder BV aansprakelijk na koop zonder financieringsvoorbehoud

Rechtshandeling namens op te richten vennootschap bekrachtigd door de vennootschap na haar oprichting. Middellijk bestuurder aansprakelijk voor het niet nakomen van een koopovereenkomst door de vennootschap omdat hij de koopovereenkomst namens de vennootschap is aangegaan zonder financieringsvoorbehoud terwijl er nog geen enkel zicht bestond op het verkrijgen van de benodigde financiering.

 

Onlangs deed Hof Arnhem-Leeuwarden uitspraak in een zaak waarin X als indirect bestuurder van een BV een onroerende zaak heeft gekocht voor € 13,9 miljoen. De BV verkeerde toen nog in de oprichtingsfase. In eerste instantie had X een financierings-voorbehoud gemaakt, maar later is dit vervallen. Op dat moment had X nog geen enkele financieringstoezegging. Nadat de koopovereenkomst bij oprichting van de BV is bekrachtigd, is de koop ontbonden omdat de BV de financiering niet rond kreeg.

 

Volgens artikel 2:203 lid 3 BW is degene die namens een op te richten BV heeft gehandeld hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die een derde daardoor lijdt, indien hij wist of redelijkerwijs kon weten dat de BV haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen uit de rechtshandelingen die de BV naderhand heeft bekrachtigd.

 

Het hof vindt dan ook dat X de schade moet vergoeden die verkoper heeft geleden doordat de koopovereenkomst niet is nagekomen. Het hof acht het onbegrijpelijk dat X ermee heeft ingestemd om een transactie van een dergelijke omvang aan te gaan zonder financieringsvoorbehoud en zonder dat aan de BV een financieringstoezegging was gedaan. Volgens het hof wist X of had X kunnen weten dat de BV haar verplichtingen uit de koopovereenkomst niet zou kunnen nakomen.


Voor meer informatie Heidi van Dijk.


 

« Terug naar het overzicht